Buitengewoon secundair onderwijs - Opleidingsvorm 3 - Algemene en sociale vorming - Milieueducatie - Ontwikkelingsdoelen


7. Milieueducatie

7.1 Natuurzorg

  1. De leerling voelt de waarde aan van persoonlijke natuurbeleving en het genieten van de natuur.

  2. De leerling heeft oog voor de kwetsbaarheid van een natuurgebied.

  3. De leerling heeft weet van de oorzaken van natuurverontreiniging.

  4. De leerling werkt mee aan activiteiten die bijdragen tot het behoud of de verbetering van natuurlijke verscheidenheid aan levende wezens in de eigen leefomgeving.

  5. De leerling gaat respectvol en zorgzaam om met planten en dieren.

  6. De leerling geeft voorbeelden van tegenstrijdige belangen in verband met natuurbehoud.

7.2 Milieuzorg

  1. De leerling kan gericht zoeken naar informatie over het omgaan met middelen, grondstoffen en verbruiksgoederen en hun effect op het milieu.

  2. De leerling werkt mee aan een milieuzorgsysteem op school voor het zorgvuldig omgaan met energie, middelen, grondstoffen en verbruiksgoederen.

  3. De leerling geeft voorbeelden van oorzaken van lucht-, water- of bodemverontreiniging en geeft de gevolgen aan voor mens, plant en dier in de eigen leefomgeving.

  4. De leerling kent milieuvriendelijke energiebronnen.

  5. De leerling weet hoe elk individu en elk gezin vervuilt.

  6. De leerling kan afval sorteren.

  7. De leerling weet hoe men afval kan beperken en is bereid dit toe te passen.

  8. De leerling gebruikt bij voorkeur te recycleren producten.

  9. De leerling gaat zorgzaam om met schadelijke afval.

  10. De leerling gaat zorgzaam om met lucht, water en bodem in eigen omgeving.

7.3 Verkeer en mobiliteit

  1. De leerling kent milieubelastende en milieuvriendelijke vervoersvormen.

  2. De leerling weet dat verkeersproblemen en -oplossingen hun oorsprong vinden in maatschappelijke en individuele keuzes.

  3. De leerling weegt voor- en nadelen van verschillende vervoerswijzen af, met een voorkeur voor milieuvriendelijk vervoer.

  4. De leerling maakt veilig gebruik van eigen en openbaar vervoer.

  5. De leerling engageert zich voor een defensief en sociaal verkeersgedrag.

  6. De leerling is voorbereid op het theoretisch rijexamen.

naar boven

Laatst gewijzigd op: 21/08/2018