Buitengewoon secundair onderwijs - Opleidingsvorm 3 - Algemene en sociale vorming - Rekenvaardigheden - Uitgangspunten


1. Kerngedachten

De ontwikkelingsdoelen voor functionele rekenvaardigheden in het BuSO OV 3 richten zich op het maatschappelijk wiskundig vaardig worden in functionele situaties. De klemtonen in het onderwijsaanbod liggen enerzijds op het inzicht verwerven in het functioneel gebruik van wiskundige basisbegrippen en vaardigheden en anderzijds op het vaardig kunnen oplossen van wiskundige problemen.

1.1 Functionaliteit

Voor het verwerven van rekenvaardigheden in het BuSO OV 3 staat de functionaliteit centraal. Het is immers van fundamenteel belang voor een volwaardige deelname aan de maatschappij en het beroepsleven dat deze jongeren wiskundig vaardig worden in functionele situaties. Ondersteuning met gepaste hulpmiddelen kan hierbij nodig zijn. De functionaliteit centraal stellen betekent concreet dat er uitgegaan wordt van situaties of contexten uit het dagelijks leven, ook bij de beroepsgerichte vorming. Hoewel de nadruk ligt op het functioneel gebruik van de rekenvaardigheden is het noodzakelijk om aandacht te besteden aan het verwerven van een aantal fundamentele technische basisvaardigheden in zover ze voorwaarden zijn om de functionele wiskundige vaardigheden te verwerven.

1.2 Vaardig wiskundige problemen oplossen

Het is belangrijk dat wiskunde uitgaat van de leefwereld van de leerlingen waarbij het onderwijsaanbod zich richt op realistische probleemsituaties. Dit houdt in dat wiskunde een menselijk, probleemoplossend en zingevend gebeuren wordt. Het aanbieden van steeds wisselende contexten zal de leerlingen aanzetten tot het hanteren van verschillende zoekstrategieën. Zowel het procesgericht als het productgericht werken komen hierbij aan bod. Hoewel het komen tot de correcte oplossing uiteraard beoogd wordt, zullen de weg naar de oplossing toe, het zoekproces en het aanpakgedrag van even groot belang zijn.

2. Domeinen

De ontwikkelingsdoelen functionele rekenvaardigheden worden geordend in drie domeinen.

2.1 Getallen

Centraal staat het verwerven van die fundamentele technische vaardigheden, noodzakelijk om de beroepsgerichte vorming en de maatschappelijke integratie van de leerlingen na te streven. Het verwerven van deze wiskundige basisvaardigheden zal zoveel mogelijk in wisselende contexten aangeboden worden. Concreet betekent dit dat er wordt gewerkt vanuit en naar het dagelijkse leven toe op een handelingsgerichte actieve manier.

2.2 Metend rekenen

Met het oog op de beroepsgerichte vorming staat in het verwerven van rekenvaardigheden, het metend rekenen centraal. Het is immers belangrijk dat de leerlingen geconfronteerd worden met zinvolle situaties, die aanzetten tot zoeken en waarbij verschillende strategieën mogelijk zijn. Om inzicht te verwerven in het metend rekenen neemt het handelen een belangrijke plaats in het onderwijsaanbod in. Het verwerven van de wiskundetaal biedt de ondersteuning om de communicatie over de processen mogelijk te maken. Via het concrete handelen groeit geleidelijk het inzicht in de vaak abstracte wiskunde taal.
Bij het metend rekenen is het begrijpen en gebruiken van de verschillende maateenheden belangrijk. De toepassing is gericht op het meten in levensechte situaties.

2.3 Strategieën en probleemoplossende vaardigheden

Met het oog op de maatschappelijke integratie en het toekomstige beroepsleven van de leerlingen neemt het verwerven van strategieën en probleemoplossende vaardigheden een belangrijke plaats in. Het verwerven van wiskundige denkmethoden zoals ordenen, schematiseren, structureren, om probleemoplossend te redeneren en om levensechte problemen op te lossen staat in dit domein centraal. Ook het ingesteld zijn op de inschatting van de grootteorde van resultaten, de controle van bewerkingen en resultaten en de vergelijking van oplossingen zijn voor de leerlingen fundamentele vaardigheden.

naar boven

Laatst gewijzigd op: 21/08/2018