DOEL:
Herstellingen aan het koetswerk van voertuigen uitvoeren. |
Algemeen |
competenties |
concretiseringen |
1 Eigen werkzaamheden plannen |
- zich inhoudelijk over de opdracht informeren;
- technische informatie raadplegen en gebruiken;
- de eigen werkvolgorde en –methode bepalen;
- de verschillende werkzaamheden op elkaar afstemmen.
|
2 Eigen werkzaamheden op de werkplek organiseren |
- de nodige materialen, producten, gereedschappen en/ of apparatuur klaarzetten;
- het gebruiksklaar zijn van de materialen, producten, gereedschappen en/ of apparatuur beoordelen;
- de werkplek inrichten.
|
3 Een werkmethode opvolgen |
- volgens een voorgeschreven procedure de taken uitvoeren.
|
4 Een administratie bijhouden |
- een administratie van de eigen werkzaamheden bijhouden.
|
5 Materialen en grondstoffen herkennen |
|
6 Met voorschriften inzake kwaliteit, welzijn, veiligheid en milieu omgaan, vooral
- afval en restproducten sorteren en verwijderen;
- met gevaarlijke stoffen weten om te gaan.
|
- vigerende regelgeving inzake hygiëne, veiligheid en milieu toepassen;
- werkplaatsregels toepassen;
- veiligheidspictogrammen opvolgen;
- veiligheidsrichtlijnen toepassen;
- veiligheidsnormen en reglementering naleven;
- rekening houden met de eigen veiligheid en die van derden;
- met gevaarlijke stoffen kunnen omgaan;
- gevaarlijke situaties, problemen, risicosituaties, onregelmatigheden en defecten herkennen en melden;
- globale beschermingsmiddelen gebruiken;
- persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken;
- oogbescherming gebruiken
- de werkplek ordelijk houden;
- verantwoord met elektrische energie omgaan;
- gevaren van elektrische energie onderkennen;
- de persoonlijke hygiëne verzorgen;
- hygiënisch werken;
- infecties voorkomen;
- kleine verwondingen verzorgen;
- beroepsziekten voorkomen;
- EHBO bij brand- en snijwonden toepassen;
- een ergonomische werkhouding aannemen;
- ergonomische regels inzake til- en verplaatsingstechnieken toepassen;
- volgens vooropgestelde kwaliteitsnormen werken;
- de kwaliteit van het eigen werk controleren;
- het resultaat met de opdracht vergelijken;
- het eigen werk bijsturen;
- het werk binnen de toegemeten tijd verrichten;
- afval en restproducten volgens richtlijnen sorteren;
- afval en restproducten volgens richtlijnen opslaan;
- afval en restproducten volgens richtlijnen verwijderen;
- vertrouwelijke informatie omzichtig behandelen.
|
Metaalbewerking |
competenties |
concretiseringen |
7 Handmatig verschillende materialen bewerken |
- dunne plaat volgens een aftekenlijn snijden;
- evenwijdig aan een aftekenlijn zagen;
- werkstukken ontbramen;
- werkstukken bijvijlen;
- eenvoudige werkstukken plooien en rechten;
- in- en uitwendige bevestigingsschroefdraad tappen en snijden.
|
8 Machines eigen aan carrosserie bedienen |
- snijgereedschap kiezen;
- aan de hand van tabellen snijsnelheden kiezen;
- werkstukken klemmen;
- met een tafel- (kolom-) en handboormachine in verscheidene courante materialen boren;
- koelsmeermiddelen gebruiken.
|
9 Werkmethoden en technieken bij montage en demontage toepassen |
- genormaliseerde bevestigings- en borgmiddelen gebruiken;
- demontage- en montagetechnieken toepassen;
- mechanismen demonteren en monteren.
|
10 Aangepast gereedschap gebruiken |
- het meest efficiënte gereedschap kiezen.
|
11 Gereedschappen en machines onderhouden |
- onderhoudsvoorschriften voor machines toepassen;
- gereedschap onderhouden.
|
Lassen |
competenties |
concretiseringen |
12 De meest voorkomende las- en soldeerprocédés toepassen |
- autogeenlassen en MIG/MAG lassen toepassen.
|
13 Plaatmateriaal door middel van gassmeltlassen, MIG/MAG
lassen en hardsolderen verbinden |
plaatmateriaal onderhands (positie PA) door middel van gassmeltlassen verbinden:
- de lasapparatuur volgens de instructies instellen
- evenwijdige smeltlijnen uitvoeren;
- evenwijdige lassnoeren uitvoeren;
- liggende buitenhoeklassen uitvoeren.
plaatmateriaal onderhands (positie PA) in ferro metaal door middel van MIG/MAG lassen verbinden:
- de lasapparatuur volgens de instructies instellen;
- evenwijdige rechte lassnoeren enkel in kortsluitboog uitvoeren.
- metalen onderdelen door middel van hardsolderen verbinden;
- de soldeerapparatuur volgens de instructies instellen;
- eenvoudige verbindingen solderen.
|
Auto-elektriciteit (12 V) |
competenties |
concretiseringen |
14 Elektrisch testgereedschap hanteren |
- spanningloos fouten in eenvoudige schakelingen opsporen en verhelpen;
- met elektrisch testgereedschap spanning detecteren;
- courante elektrische gegevens en –opschriften onderkennen;
- elektrische verbindingen met geleiders en leidingen uitvoeren;
- eenvoudige bedradingschema’s lezen;
- elektrische en logische basisschakelingen uitvoeren;
- technische informatie raadplegen.
|
Plaatslagen |
competenties |
concretiseringen |
15 Schade aan koetswerk herstellen |
uitdeuken:
- het vervormde onderdeel vormgeven;
- planeren;
- plaatwerkgedeelten uitstukken en vervangen;
- afwerken;
- kunststof vormgeven;
aan het richten meewerken:
- maattekeningen raadplegen;
- speermaat, schietlood, meetlint en meetframe gebruiken;
- ankerpunten/klemmen aanbrengen.
|
16 Carrosserieplaten uit staal, kunststof en aluminium bewerken |
koetswerkpanelen vervangen:
- het te vervangen gedeelte/onderdeel verwijderen;
- de direct omliggende delen klaarmaken;
- het nieuwe gedeelte/onderdeel plaatsen;
- afwerken;
- kunststof vervangen.
|
Voorbewerken |
competenties |
concretiseringen |
17 Plamuren |
|
18 Schuren |
|
19 Grondlagen aanbrengen |
- verf filteren;
- een grondlaag aangepast aan de onderlaag aanmaken;
- een grondlaag spuiten;
- laten uitdampen;
- laten drogen;
- schuren;
- het voertuig reinigen.
|
20 Koetswerk onderhouden |
|
Demontage en montage |
competenties |
concretiseringen |
21 Grote gehelen of componenten van een voertuig verwijderen en terugplaatsen |
aan ruiten, portieren en beweegbare carrosserieonderdelen werken:
- carrosseriedelen verwijderen, terugplaatsen en indien nodig bijregelen;
- ruiten uit- en inbouwen;
- schade aan autoruiten interpreteren;
- onderdelen die in het portier, motorkap en kofferdeksel zijn ondergebracht uitbouwen, inbouwen en afstellen;
- interieurdelen verwijderen en plaatsen.
|
22 Schriftelijke instructies van de constructeur opvolgen |
|
23 Werkmethode om mechanische en elektrische onderdelen te verwijderen en te monteren toepassen |
mechanische en elektrische onderdelen verwijderen en plaatsen:
- de onderdelen herkennen en de functie omschrijven;
- elektrische en elektronische onderdelen ontkoppelen en weer aansluiten;
- onderdelen van het koelsysteem verwijderen en plaatsen;
- onderdelen van het brandstofsysteem verwijderen en plaatsen;
- motoren uit- en inbouwen;
- onderdelen van veer- en ophangingsystemen verwijderen en plaatsen;
- onderdelen van de stuurinrichting verwijderen en plaatsen;
- elektrische onderdelen verwijderen en plaatsen;
- eenvoudige stroomkringen controleren.
|
24 Accessoires verwijderen en monteren |
|
|
De
ondersteunende kennis en sleutelvaardigheden worden geselecteerd uit
de ontwikkelingsdoelen ASV OV3 en gekaderd binnen het handelingsplan. |
|
Na
het behalen van alle competenties wordt aan de leerling het getuigschrift “plaatslager” uitgereikt. |
|
Nuttige links
|