Buitengewoon secundair onderwijs - Opleidingsvorm 3 - Opleidingsprofielen - Winkelhulp - Opleidingsprofiel


DOEL: In kleinhandelszaken, speciaalzaken en warenhuizen klanten bedienen en ondersteunende taken uitvoeren.

Algemeen

competenties concretiseringen
1 Zich in de computermaatschappij uit de slag trekken
  • de computer opstarten;
  • de computer uitschakelen;
  • hardware hanteren;
  • houding, handstand en vingerzetting verzorgen;
  • in documenten manipulaties uitvoeren;
  • gegevens opslaan;
  • met een besturingssysteem omgaan;
  • een rekenblad gebruiken;
  • een gegevensbestand raadplegen;
  • een tekstbestand gebruiken;
  • een printopdracht uitvoeren;
  • met een toepassingsprogramma etiketten maken;
  • op aanwijzing prijs- en tekstkaartjes maken;
  • cijfers en getallen invoeren;
  • een tekstverwerkingsprogramma gebruiken;
  • de elektronische snelweg gebruiken;
  • ontwikkelingen in de sector volgen.
2 Zich in het Nederlands correct uitdrukken
  • mondelinge mededelingen doen;
  • mondeling op instructies reageren;
  • mondeling informatie inwinnen;
  • mondeling informatie verstrekken;
  • uit geschreven teksten gegevens selecteren;
  • mondeling stereotype uitdrukkingen gebruiken.
3 Een werkmethode opvolgen
  • volgens een voorgeschreven procedure de taken uitvoeren.
4 In team werken
  • werkafspraken maken en naleven;
  • verantwoordelijkheid voor eigen taken opnemen;
  • aan een briefing deelnemen;
  • persoonlijke, gemeenschappelijke en groepsbelangen onderscheiden.
5 Met voorschriften inzake kwaliteit, welzijn, veiligheid en milieu omgaan, vooral
  • persoonlijke hygiëne verzorgen
  • afval en restproducten sorteren en verwijderen
  • met gevaarlijke stoffen weten om te gaan
  • vigerende regelgeving inzake hygiëne, veiligheid en milieu toepassen;
  • werkplaatsregels toepassen;
  • veiligheidspictogrammen opvolgen;
  • veiligheidsrichtlijnen toepassen;
  • veiligheidsnormen en -reglementering naleven;
  • rekening houden met de eigen veiligheid en die van derden;
  • met gevaarlijke stoffen kunnen omgaan;
  • gevaarlijke situaties, problemen, risicosituaties, onregelmatigheden en defecten herkennen en melden;
  • globale beschermingsmiddelen gebruiken;
  • persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken;
  • de werkplek ordelijk houden;
  • de persoonlijke hygiëne verzorgen;
  • hygiënisch werken;
  • infecties voorkomen;
  • kleine verwondingen verzorgen;
  • beroepsziekten voorkomen;
  • een ergonomische werkhouding aannemen;
  • ergonomische regels inzake til- en verplaatsingstechnieken toepassen;
  • volgens vooropgestelde kwaliteitsnormen werken;
  • de kwaliteit van het eigen werk controleren;
  • het resultaat met de opdracht vergelijken;
  • het eigen werk bijsturen;
  • het werk binnen de toegemeten tijd verrichten;
  • afval en restproducten volgens richtlijnen sorteren;
  • afval en restproducten volgens richtlijnen opslaan;
  • afval en restproducten volgens richtlijnen verwijderen.
  • verpakking sorteren;
  • verpakking verwerken;
  • vertrouwelijke informatie omzichtig behandelen.

Winkelvoorraad

competenties concretiseringen
6 Op aanwijzing de voorraad verzorgen
  • geleverde artikelen opslaan;
  • artikelen terugvinden;
  • gegevens op de verpakking interpreteren;
  • artikelen op verkoopbaarheid controleren;
  • artikelen vanuit de winkelvoorraad naar de verkoopoppervlakte brengen;
  • de winkelvoorraad schoonmaken;
  • interne transportmiddelen herkennen;
  • verpakkingsmateriaal hanteren.
7 Artikelen ontvangen en stapelen
  • artikelen van transportmiddelen lossen;
  • gegevens op de verpakking interpreteren;
  • schappen leegmaken en schoonmaken.
8 Schappen en winkelrekken aanvullen
  • volgens aanvulprincipes de winkelrekken en schappen aanvullen;
  • een schappenplan hanteren.
9 Op aanwijzing artikelen etiketteren
  • verschillende etiketteringsmethodes toepassen;
  • etiketten afdrukken;
  • materialen voor het prijzen van artikelen hanteren;
  • prijskaartjes bij het juiste artikel plaatsen.

Presentatie

competenties concretiseringen
10 Op aanwijzing de presentatieruimte verzorgen en onderhouden
  • de presentatieruimte vullen;
  • de presentatieruimte aanvullen;
  • de presentatieruimte leegmaken;
  • de presentatieruimte schoonmaken;
  • de teksten voor prijs- en tekstkaartjes maken;
  • richtlijnen voor winkelpresentatie toepassen.
  • wettelijke voorschriften van prijsaanduidingen naleven;
  • bedrijfscultuur toepassen;
  • ontwikkelingen in de sector volgen.

Ondersteunende winkeltaken verrichten

competenties concretiseringen
11 Ondersteunende winkeltaken verrichten
  • klanten bij het zoeken naar een artikel helpen;
  • klanten op artikelen met gebreken attent maken;
  • handelsdocumenten lezen;
  • artikelen inpakken;
  • op aanwijzing artikelen etiketteren;
  • op aanwijzing artikelen beveiligen;
  • etiketten verwijderen;
  • beveiliging verwijderen;
  • niet-verkoopbare artikelen sorteren;
  • bronnen van artikelinformatie raadplegen;
  • de winkelindeling naleven;
  • verpakkingsmateriaal hanteren;
  • informatie inwinnen;
  • informatie verstrekken.

Klantenbediening

competenties concretiseringen
12 Klanten ontvangen en bedienen
  • klanten verwelkomen en begroeten;
  • naar de wensen van de klant informeren;
  • de klant in de winkel wegwijs maken;
  • afscheid nemen;
  • normen en waarden binnen een samenleving herkennen;
  • met veranderende normen en waarden omgaan;
  • met andere culturen omgaan
  • bedrijfscultuur toepassen.
13 Eenvoudige verkooptaken uitvoeren  
14 Een verkoopsgesprek voeren
  • verschillende stappen in een verkoopsgesprek verklaren;
  • de fasen in een verkoopsgesprek voorbereiden en in de juiste volgorde uitvoeren.
15 Een bestelling uitvoeren  
16 Artikelen omschrijven
  • bronnen van artikelinformatie raadplegen;
17 Met vertrouwelijke informatie omgaan
  • vertrouwelijke informatie omzichtig behandelen.

Kassawerk verrichten

competenties concretiseringen
18 Kassawerk verrichten
  • de werkplek bedrijfsklaar maken;
  • werkruimte klaar maken om optimaal te kunnen werken;
  • procedures voor het opstarten en afsluiten van de kassa toepassen;
  • de kassa bedienen;
  • de verkochte artikelen volgens verschillende betalingsmodaliteiten afrekenen;
  • kortingssystemen toepassen.
 
De ondersteunende kennis en sleutelvaardigheden worden geselecteerd uit de ontwikkelingsdoelen ASV OV3 en gekaderd binnen het handelingsplan.
 
Na het behalen van alle competenties wordt aan de leerling het getuigschrift “winkelhulp” uitgereikt.
 
Nuttige links

naar boven

Laatst gewijzigd op: 21/08/2018