[an error occurred while processing this directive]
|
Informatiemap BuBaO: deel 4: buitengewoon onderwijs type 13 Waarom ontwikkelingsdoelen voor type 1De ontwikkelingsdoelen voor
leerlingen met licht mentale handicap zijn gebaseerd op de basisprincipes
voor het buitengewoon onderwijs en op een aantal uitgangspunten die specifiek
zijn voor het buitengewoon lager onderwijs type 1. Om de klassenraad toe te
laten ontwikkelingsdoelen te selecteren die aansluiten bij het ontwikkelingsniveau
van het kind, zijn er gedifferentieerde ontwikkelingsdoelen geformuleerd.
De ontwikkelingsdoelen omvatten doelen voor leerlingen met een ontwikkelingsniveau
tussen ongeveer 4 en 10 jaar. Daarom is een breed, gedifferentieerd gamma
van ontwikkelingsdoelen nodig. Deze moeten richtinggevend zijn voor de planning
van een didactisch proces. Aangezien alle kinderen met
een licht mentale handicap op één of andere wijze te kampen hebben met aanpassingsproblemen,
dienen we voldoende aandacht te besteden aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden.
Het orthopedagogisch klimaat mag geen overbeschermende cocon vormen, maar
dient ruimte te bieden aan het verwerven van de nodige communicatieve vaardigheden
en adequate sociale omgangsvormen. Een ander belangrijk doel is het vergroten
van de probleemoplossingsvaardigheden en het inzicht in sociale situaties. Bij het onderwijsaanbod van het type 1 ligt het accent op functionaliteit. Dit betekent dat het werken aan de verschillende vormen van zelfredzaamheid een centrale plaats krijgt. We streven ernaar dat de leerling zichzelf kan behelpen en zich zelfstandig kan bewegen in de maatschappij. Daarom werken we met leerinhouden uit de concrete ervarings- en belevingswereld van de leerlingen. Zo krijgt het onderwijsaanbod een uitdagende en stimulerende functie. In het decreet basisonderwijs voorziet de overheid samenwerkingsverbanden tussen het gewoon en het buitengewoon basisonderwijs. Door deze samenwerkingsverbanden wordt het mogelijk dat leerlingen tijdelijk of permanent, gedeeltelijk of volledig, de lessen of activiteiten volgen in het gewoon onderwijs mits ondersteuning vanuit een school voor buitengewoon onderwijs. De overheid streeft immers naar een continuüm van zorg, waarbij scholen voldoende rekening houden met de verschillen in ontwikkelingsmogelijkheden en -tempo tussen de leerlingen. Dit kan enkel door de bestaande schotten tussen gewoon en buitengewoon onderwijs op te heffen zodat de samenwerking geoptimaliseerd wordt. De ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon onderwijs type 1 zijn daarom niet enkel van toepassing bij de handelingsplanning in het buitengewoon onderwijs maar ook voor de planning van het onderwijsaanbod voor een leerling met speciale onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs. |