[an error occurred while processing this directive]


 

Informatiemap BuBaO: deel 2: buitengewoon onderwijs type 2

4 Ordeningskaders type 2

4.1 Ordening volgens het kader van het gewoon onderwijs

Ontwikkelingsdoelen kunnen op verschillende manieren binnen een kader gebracht en geordend worden. Elke ordening is kunstmatig en heeft voor- en nadelen. Ontwikkelingsgebieden en leergebieden doorkruisen elkaar immers constant. Omwille van transparantie en overzichtelijkheid en wegens de noodzaak alles op papier te zetten, is een ordeningskader een noodzakelijk kwaad.
Het ordeningskader, zoals gebruikt in het decreet, volgen we ook in deze brochure. Het is gebaseerd op de leergebieden voor het gewoon onderwijs. De leergebieden dragen bijna alle dezelfde naam, maar hun invulling is specifiek voor leerlingen met matige en ernstig mentale beperking.

Voor wat betreft de leergebieden zal u merken dat het leergebied Frans om voor de hand liggende redenen is weggelaten. Bij de leergebiedoverschrijdende thema’s ziet u dat het thema sociale vaardigheden verruimd werd tot het leergebied sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit geldt trouwens voor alle types in het buitengewoon onderwijs. Kinderen met beperkingen leren op emotioneel en sociaal gebied minder vanzelfsprekend dan hun leeftijdsgenoten.

De school stimuleert leerlingen met een mentale handicap om de verschillende aspecten van hun persoonlijkheid zoveel mogelijk te ontwikkelen.
Het schoolteam selecteert via het proces van handelingsplanning de gepaste ontwikkelingsdoelen uit de decretaal bekrachtigde lijsten. Deze gekozen doelen worden herkenbaar in het handelingsplan opgenomen (bv. Leren leren 15, Wiskunde 11, WO 28, ...). Daarna integreert het schoolteam de geselecteerde ontwikkelingsdoelen in de onderwijspraktijk, rekening houdend met de eigenheid en de dynamiek van de leerling. De ontwikkelingsdoelen passen in de leefwereld van de leerlingen.

We geven u een overzicht van de leergebieden met de daaraan gekoppelde domeinen en ontwikkelingsdoelen.

synthesebeeld type 2 volgens het ordeningskader van het gewoon onderwijs

4.2 Ordening volgens de domeinen van persoonlijkheidsontwikkeling

Elke school voor buitengewoon onderwijs type 2 is vrij om de ontwikkelingsdoelen te ordenen volgens een eigen ordeningskader dat optimaal aansluit bij het eigen pedagogisch project van de school. De school voor BuO is dus niet verplicht om de leergebieden “leren leren”, “wiskunde” en “WO” van het gewoon basisonderwijs te organiseren, maar kan opteren voor een ordeningskader op basis van de fundamentele domeinen van de persoonlijkheidsontwikkeling (bv. emotie en motivatie, psycho-sensomotoriek, cognitie, socialisatie).

Dergelijk ordeningskader kan voor sommige schoolteams in het type 2-onderwijs meer herkenbaar zijn, zodat er geen al te grote kloof ontstaat met de huidige onderwijspraktijk. Ook bij het hanteren van dit ordeningskader zal het schoolteam via het proces van handelingsplanning de gepaste doelen selecteren en herkenbaar opnemen in het plan.

Hier volgt een voorbeeld van dergelijk ordeningskader met de verdeling in leergebieden.

synthesebeeld type 2 volgens het ordeningskader van de domeinen van de persoonlijkheid

4.3 Relatie tussen de ordeningskaders

Dat beide ordeningskaders perfect te verzoenen zijn en over de verschillende onderwijsniveaus doorgetrokken kunnen worden, toont volgend schema. Het behoort tot de vrijheid van onderwijs dat de school zelf het ordeningskader kiest dat het meest aansluit bij de eigen werking. De school dient de decretaal vastgelegde ontwikkelingsdoelen wel herkenbaar op te nemen in het ordeningskader in de verschillende leergebieden. De ontwikkelingsdoelen type 2 kunnen zo gezien worden als opstapjes naar de ontwikkelingsdoelen en eindtermen van het gewoon onderwijs. Volgend breed ordeningskader geeft een beeld van het continuüm aan ontwikkelingsmogelijkheden.

relaties tussen de ordeningskaders

Het ordeningskader volgens de domeinen van de persoonsontwikkeling maakt deel uit van dit brede ordeningskader. Het bevindt zich met al zijn ontwikkelingsgebieden in de kern van het model, met open kans op uitbreiding naar de andere cirkels, afhankelijk van de individuele mogelijkheden van elk kind. De concentrische cirkels geven de continuïteit in het onderwijsaanbod visueel weer. Dit model dat een synthese geeft van de mogelijke ordeningskaders heeft drie cirkels:

1  De fundamentele ontwikkeling vormt de kern van de concentrische cirkels en is voorwaarde en doel voor harmonische uitdeining naar de verdere ontwikkelings- en leergebieden.

2  De eerste volle cirkel staat voor de specifieke ontwikkeling volgens de leer- en ontwikkelingsgebieden van het basisonderwijs. De stippellijn hierin scheidt daarbij leren leren en de sociaal-emotionele ontwikkeling van andere gebieden. Deze leergebieden verdienen aparte aandacht bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

3  De buitenste cirkel staat voor de specifieke ontwikkeling met vermelding van de vakken van het secundair onderwijs. De stippellijn hierin geeft de geïntegreerde aanpak van algemene en sociale vorming in het BuSO weer.

Dit alles kan niet worden losgekoppeld van de leefwereld van het kind. De velden en hun context staan in voortdurende wisselwerking met elkaar.

naar boven