Informatiemap BuBaO: deel 2: buitengewoon onderwijs type 2
2 Blik op de praktijk: De klassenraad van de Vissen
Het nieuwe schooljaar is nu enkele weken
oud.
De nieuwe kinderen passen zich al aardig
aan. Ze wennen aan de nieuwe school, de nieuwe klas, de nieuwe vriendjes en
de nieuwe juffen en meesters.
Alle teamleden hebben de gelegenheid gehad
de nieuwkomers te leren kennen en te testen. De groepen liggen voorlopig vast.
Na een eerste oudercontact weten de ouders
dat ze welkom zijn om deel te nemen aan de klassenraad waar de handelingsplanning
voor hun kind zal besproken worden.
Vandaag worden in de klassenraad voor de Vissen de pedagogisch- didactische handelingen voor de loop van het komende schooljaar vastgelegd. Het groepje van de Vissen bestaat uit zeven leerlingen. Drie daarvan komen uit het kleuterklasje type 2 van de school zelf. Deze kinderen zijn al vertrouwd met de werking van de school en de meeste teamleden kennen hen.
Drie kinderen komen uit het gewoon kleuteronderwijs, waar ze zich onvoldoende konden ontplooien. Na advies van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding en in overleg met de school besloten de ouders om hun kinderen toe te vertrouwen aan het multidisciplinaire team van de school voor buitengewoon onderwijs.
Eén kind liep nog nooit school. Saïd is van Marokkaanse afkomst en werd op de gewone lagere school geweigerd omdat hij nog niet zindelijk is, nauwelijks communiceert en totaal schoolvreemd is.
Op de klassenraad van de Vissen zijn aanwezig: de klassenlerares, de directeur en sociaal verpleger, de kinderverzorger, de kinesitherapeut en logopedist die met het groepje werken, de BLIOM, een medewerker van het CLB en een aantal ouders die betrokken willen worden bij het proces van handelingsplanning voor hun kind.
Alle testgegevens werden reeds op voorhand
verwerkt en samengebracht om de beginsituatie duidelijk te kunnen vastleggen.
Zo licht de medewerker van het CLB de gegevens toe over de ontwikkeling, het
IQ, het medisch onderzoek, de sociale achtergrond en aanvullende gegevens uit
de vorige school. De juf brengt verslag uit van haar bevindingen en ervaringen
van de eerste weken in de klas.
Ze bespreekt vooral het aanpassingsvermogen,
het sociaal gedrag, de motorische, communicatieve en andere vaardigheden van
elk kind.
De kinderverzorgster geeft een beeld van
de zindelijkheid en de zelfredzaamheid van het kind. De kinesitherapeut heeft
het motorisch quotiënt bepaald en bespreekt relevante fysieke en motorische
beperkingen. De logopedist geeft een duidelijk beeld van de vormen van communicatie
die het kind beheerst of die na oefening tot zijn mogelijkheden behoren. De
ouders vullen deze gegevens aan.
Na het schetsen van de beginsituatie van
de zeven kinderen heeft iedereen een duidelijk beeld van de opvoedings- en onderwijsbehoeften
van de klasgroep de Vissen.
De eerste fase van de handelingsplanning
is hiermee afgerond. In de volgende fase worden de ontwikkelingsdoelen geselecteerd.
De ouders verwoorden wat ze voor hun kind qua ontwikkeling als prioritair beschouwen.
Samen met de teamleden bespreken ze wat
ze voor dit schooljaar bereikbaar achten. Uit de lijsten ontwikkelingsdoelen
voor type 2 worden zorgvuldig haalbare doelen geselecteerd die tegemoetkomen
aan de opvoedingsbehoeften van het kind. Doelen uit het eigen pedagogisch project
worden daaraan toegevoegd.
Zo wordt voor Serena, die uit de gewone kleuterklas komt en al vlot verbaal communiceert, ook een aantal ontwikkelingsdoelen uit de lijst voor taal type 1 geselecteerd.
Per kind worden voor alle leergebieden ontwikkelingsdoelen
geselecteerd. Daarbij wordt meteen ook afgesproken wie wat gaat doen en wanneer
dit zal gebeuren.
De uren voor geïntegreerde, groeps- en individuele
activiteiten worden vastgelegd en ingepast in het dagrooster van het groepje.
Op deze manier krijgt elk kind de ondersteuning die het nodig heeft maar voelt
het zich toch opgenomen in de groep voor de nodige sociale engagementen.
De BLIOM neemt de taak op zich om contact te zoeken met de ouders van Saïd. Hij zal hun vragen of hun zoontje mag deelnemen aan de watergewenningsactiviteiten. Ook wil hij informeren op welke wijze de jongen met zijn ouders communiceert en hoe zij hem voor gewenst gedrag belonen.
Volgende maand evalueert de klassenraad deze werkwijze en stuurt ze bij waar nodig. Eventueel kan bijkomend onderzoek aangevraagd worden.
Al de gemaakte afspraken worden opgenomen
in het handelingsplan. Dit plan kunnen alle teamleden steeds raadplegen.
Naast de beginsituatie, de geselecteerde
ontwikkelingsdoelen, de voorbereiding, de verslagen van de klassenraden, de
evaluaties en de bijsturingen bevat het alle relevante gegevens vanwege ouders,
CLB-leden en schoolteamleden.