Buitengewoon secundair onderwijs - Opleidingsvorm 3 - Algemene en sociale vorming - Vrijetijdsvaardigheden - Uitgangspunten


1. Kerngedachten

1.1 Vrije tijd

Mensen hebben vandaag meer mogelijkheden om hun vrije tijd in te vullen en er is vaak ook meer tijd beschikbaar. Omdat er meer mogelijkheden zijn, is goed kiezen belangrijk. Het is noodzakelijk om de jongeren voor te bereiden op een maatschappij waarin de vrijetijdscultuur een grote rol speelt. Het uitbouwen van hobby’s en het leren kennen van diverse spel- en expressievormen kunnen er mee zorg voor dragen dat de “lege uren” van de leerlingen nu en in de toekomst tot een minimum beperkt blijven. Spelen, sporten en muzisch handelen staan garant voor een zinvolle invulling van de vrije tijd. Niet alleen zijn er steeds meer vormen van vrijetijdsbesteding, ze zijn ook merendeels van recente oorsprong. Het hedendaags vrijetijdsaanbod verschilt dus sterk van dat van een vorige generatie, de ouders van hedendaagse jongeren.

Om de vrije tijd goed te besteden, volstaat het echter niet dat men een zicht heeft op een aantal mogelijke activiteiten om de tijd mee door te brengen. Men moet ook over een aantal vaardigheden beschikken die ervoor zorgen dat men ook daadwerkelijk tot een bewuste vrijetijdsinvulling komt. Dit houdt onder meer in dat de jongeren kunnen kiezen uit een aantal activiteiten, een gekozen activiteit voldoende lang kunnen volhouden, een eigen hobby kunnen uitbouwen.

1.2 Vrijetijdsopvoeding bij leerlingen in OV 3

leerlingen in 0V 3 zijn eerder geneigd tot passieve en consumptieve vormen van vrijetijdsbesteding, die een grote verspreiding en bekendheid hebben. Ze dagdromen over stoer doen en het opdoen van intense kick-gevende ervaringen. In werkelijkheid kijken velen van hen uren per dag tv, vooral in het weekend en tijdens verlofdagen.

Minder voorkomende vrijetijdsbestedingen zijn bij hen niet of weinig bekend. Deze leerlingen nemen weinig initiatief om nieuwe vrijetijdsmogelijkheden te verkennen. Aan de basis hiervan ligt angst voor het onvertrouwde en onbekende, maar ook angst voor hun eigen functioneren in onbekende situaties. Ze zijn bang te weinig sociaal competent te zijn, te weinig zelfstandig te zijn en te weinig leermogelijkheden te hebben om nieuwe vaardigheden onder de knie te krijgen. Daarom moeten deze jongeren stap voor stap tot participatie aan de vrijetijdsmaatschappij gebracht worden. Daarbij moet niet alleen belang gehecht worden aan de cognitieve, maar ook aan de dynamisch-affectieve aspecten van hun groei en ontwikkeling. Aanmoediging, ondersteuning, duiding en realistische feedback zijn hierbij belangrijk. Het is nodig de omgeving van de jongere, zeker de ouders, bij deze begeleiding te betrekken.

2. Domeinen

Omwille van de overzichtelijkheid worden de ontwikkelingsdoelen ondergebracht in afzonderlijke gebieden.

In een eerste gebied worden ontwikkelingsdoelen voor algemene vrijetijdsvaardigheden gegroepeerd. In een tweede gebied worden de ontwikkelingsdoelen voor muzische vorming beschreven. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen drama, beeld, muziek en dans, drama en media.

Tenslotte worden een aantal attitudes geformuleerd die belangrijk zijn zowel voor de algemene vrijetijdsvaardigheden als voor de muzische vorming.

  • algemene doelen
  • muzische vorming
    • algemeen
    • beeld
    • muziek en dans
    • drama
    • media
  • attitudes

naar boven

Laatst gewijzigd op: 21/08/2018