Buitengewoon secundair onderwijs - Opleidingsvorm 3 - Algemene en sociale vorming - Gezondheidseducatie - Uitgangspunten


1. Kerngedachten

1.1 Gezondheid

Gezondheid wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie als volgt geformuleerd: “Gezondheid is een toestand van een zo optimaal mogelijk fysiek, mentaal en sociaal welzijn, waarbij iedereen de kans moet hebben om als mens capaciteiten te ontwikkelen en te gebruiken met een maximum aantal vrijheidsgraden en keuzemogelijkheden.” De invulling van gezondheid is dus zeer ruim, dynamisch, relatief en emancipatorisch. Deze algemeen aanvaarde en internationaal gehanteerde definitie van gezondheid ligt aan de basis van de keuze en de inhouden van de ontwikkelingsdoelen voor secundair onderwijs en bijgevolg ook voor het BuSO OV 3.

1.2 Gezondheidseducatie: pijler van gezondheidsbevordering

Gezondheidseducatie verwijst naar de school die gebruik maakt van georganiseerde leermogelijkheden om jongeren kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes bij te brengen met betrekking tot gezondheid. Het einddoel is dat zoveel mogelijk jongeren alleen of in groep, over de eigen gezondheid en die van anderen met kennis van zaken keuzes kunnen maken, besluiten kunnen nemen en daar naar leren handelen. De hedendaagse theorievorming over de aanpak van gezondheidsgedrag van jongeren stapt af van een benadering die de last van de aanpassing en de verandering enkel bij het individu legt. Individueel gerichte maatregelen moeten ondersteund worden door inspanningen en wijzigingen in de fysieke en sociale omgeving.

Gezondheidseducatie is één van de belangrijkste pijlers van een gezondheids- bevorderende school. De gezondheidsbevorderende school geeft het onderwerp 'gezondheid' een belangrijke plaats in het curriculum, maar heeft eveneens het schoolsysteem, het schoolklimaat, de schoolorganisatie en de schoolomgeving als prioriteit. Hiermee beoogt ze het creëren van een gezondheidsbevorderende leefomgeving voor jongeren. Alhoewel deze totaliteit niet beschreven wordt in de ontwikkelingsdoelen voor gezondheidseducatie vormt zij de noodzakelijke voorwaarde voor het bereiken van de nodige competenties.

1.3 Gezondheidsbevorderende school

Gezondheidsbevordering op school betekent werken op drie niveaus: de klas, het schoolbeleid en de lokale gemeenschap.

Op het niveau van de klas speelt de leraar op positieve en creatieve wijze in op de leefwereld van zijn leerlingen om samen met hen de juiste keuzes te maken voor een gezondheidsbevorderende en veilige leefstijl. De ontwikkelingsdoelen voor gezondheidseducatie zijn voor de leraar een inhoudelijke richtlijn. Zijn inlevingsvermogen, zijn authenticiteit, het respect dat hij toont voor zijn leerlingen en zijn voorbeeldfunctie zijn belangrijke voorwaarden bij het verwerven van deze doelen.

Op het niveau van het schoolbeleid denken we aan: het materieel- en veiligheidsbeleid, het communicatiebeleid en het pedagogisch beleid. Belangrijk hierbij zijn het schoolklimaat, het teamwerk, de reële participatie van leerlingen, leraren en ouders, de centra voor leerlingenbegeleiding, het schoolreglement, de Dienst voor Bescherming en Preventie op het Werk.

Op het niveau van de lokale gemeenschap denken we aan het inspelen op de culturele, ecologische en sociale leefomgeving van de leerlingen. Belangrijk hierbij is de samenwerking met o.m. de buurtwerking, lokale overheden, jeugdwerking en welzijnssector.

1.4 Criteria

Als criteria werden gehanteerd: de krachtlijnen, de kenmerken van de bedoelde leeftijdsgroep, beleidsbeslissingen en maatschappelijke ontwikkelingen.

De krachtlijnen

Gezondheid wordt beïnvloed door vier groepen van factoren: biologische factoren, de aanwezigheid en de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnszorg, omgevingsfactoren en persoonlijke leefstijlfactoren. De school werkt aan de verbetering van de omgeving en de persoonlijke leefstijl. Onder omgevingsfactoren worden begrepen de fysieke, psychosociale en maatschappelijke factoren die op het individu inwerken bij het ontwikkelen van een leefstijl. De persoonlijke leefstijl wordt gekenmerkt door een aantal aspecten die verwijzen naar individuele en psychologische factoren en sociale voorwaarden waarin de leefstijl zich ontwikkelt.

Een gezondheidsbevorderende leefstijl ontwikkelt men door: deelname aan een sociaal netwerk, het verwerven van psychologische en sociale vaardigheden, het opbouwen van een realistisch zelfwaardegevoel en het bewust worden van de eigen impact op de kwaliteit van zijn leven. Andere bouwstenen zijn een gezond voedingspatroon, veel beweging, een goede hygiëne, ontspanning en voldoende rust. Daarnaast staat het vermijden van gekende risico’s voor de gezondheid: het misbruik van genotmiddelen zoals tabak, alcohol, drugs, het misbruik van geneesmiddelen, onveilig seksueel gedrag, het slecht hanteren van stress en emoties en het zich niet weerbaar opstellen tegenover fysiek en psychisch geweld.

De kenmerken van de doelgroep

De adolescentie vormt een belangrijke fase in de ontwikkeling van een leefstijl die zich ook doorzet op latere leeftijd. De basis van een gezondheidsbevorderende leefstijl wordt reeds vroeg gelegd. Voor adolescenten vormt het hoog risico op ongevallen en zelfmoord een bijkomende motivatie voor gezondheidseducatie. De leeftijd van de leerlingen in OV 3 kan sterk verschillen. Ook kunnen binnen dezelfde leeftijdsgroep belangrijke ontwikkelingsverschillen vastgesteld worden. Sommige jongeren ontwikkelen lichamelijk of emotioneel duidelijk sneller dan anderen. Ook de opgedane ervaringen kunnen omwille van hun leefwereld en culturele identiteit zeer verscheiden zijn. Eveneens worden verschillen qua interesses en motivaties opgemerkt tussen jongeren. Het schoolteam dat op de hoogte is van het ontwikkelingsniveau en de behoeften van de leerlingen, kan best inschatten welke ontwikkelingsdoelen moeten geselecteerd worden.

Overheidsbeslissingen, maatschappelijke ontwikkelingen

De Vlaamse regering bepaalt om de vier jaar prioritaire gezondheidsdoelstellingen. Deze doelstellingen worden geformuleerd op basis van de Vlaamse gezondheidsindicatoren, het advies van de Vlaamse Gezondheidsraad en de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Voor zover deze onderwerpen van belang zijn voor de doelgroep werd ermee rekening gehouden bij het uitschrijven van de ontwikkelingsdoelen.

De federale regering vaardigde een aantal wetten en reglementen uit. Ze zijn toepasselijk op de werkgevers en de daarmee gelijkgestelden. In het onderwijs worden de stagiairs en onder bepaalde omstandigheden de leerlingen in de school met werknemers gelijkgesteld. Ten behoeve van het onderwijsveld omschrijft de omzendbrief ‘veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieuzorg’ in de onderwijsinstellingen (GD/algemene zaken-ON/JG/MW/97361 d.d. 8.10.1997) de opdrachten van de school.

Maatschappelijk worden jongeren steeds vroeger als handelingsbekwaam aanzien. Ze zijn ook steeds jonger seksueel actief. Dit brengt voor hen nieuwe verantwoordelijkheden mee waarop ze terdege moeten worden voorbereid.

2. Domeinen

De ontwikkelingsdoelen voor gezondheidseducatie worden geordend in domeinen die voor de doelgroep in het BuSO OV 3 het meest aan de orde zijn.
Uit de motivatie voor de selectie van de doelen blijkt dat het gaat over volgende domeinen:

  • hygiëne
  • voeding
  • genotsmiddelen en geneesmiddelen
  • veiligheid en eerste hulp
  • rust, beweging, houding en fitheid
  • stress en emotie
  • intieme relaties en seksualiteit
  • leefstijl en levenskwaliteit

naar boven

Laatst gewijzigd op: 21/08/2018